Selecteer een pagina

Artikel 9.7 Wijziging Comptabiliteitswet 2016

In de Comptabiliteitswet 2016 wordt in hoofdstuk 7 na artikel 7.40 een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 5 Openbaarheid

Artikel 7.41
1. Bij de Algemene Rekenkamer berustende informatie is openbaar, tenzij:

1°.een van de uitzonderingen van de artikelen 5.1 of 5.2 van de Wet open overheid aan de orde is, of

2°.de Algemene Rekenkamer de informatie in het kader van haar wettelijke taakuitoefening heeft verzameld.

2. Voor zover een aan de Algemene Rekenkamer gericht verzoek op grond van de Wet open overheid betrekking heeft op van een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2 van die wet aan de Algemene Rekenkamer afkomstige informatie ten behoeve van een onderzoek, zendt de Algemene Rekenkamer het verzoek ter behandeling door aan het orgaan, de persoon of het college.

Artikel 7.42
In afwijking van artikel 7.41, eerste lid, kan de Algemene Rekenkamer door onderzoek verkregen informatie in het rapport verwerken als zij dat nodig oordeelt en de uitzonderingen van de artikelen 5.1 of 5.2 van de Wet open overheid naar haar oordeel niet aan de orde zijn.

Parlementaire behandeling

  • Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)
  • Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9)
  • 3e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 20)
  • Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)
  • Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9)
  • Nota naar aanleiding van het verslag novelle Woo (35 112, nr. 12)
  • Nota van wijziging novelle Woo (35 112, nr. 13)

Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)

Artikel 9.7 Wijziging Comptabiliteitswet 2001

De Comptabiliteitswet 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 91 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 91a

Voor zover een aan de Algemene Rekenkamer gericht verzoek op grond van de Wet open overheid betrekking heeft op door een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2 van die wet aan de Algemene Rekenkamer verstrekte informatie ten behoeve van een onderzoek als bedoeld in artikel 91, zendt de Algemene Rekenkamer het verzoek ter behandeling door aan het orgaan, persoon of college.

Kamerstukken 2013/14, 33 328, nr. 8, p. 19 (VvW n.a.v. advies RvS)

Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9)

Artikel 9.7 Wijziging Comptabiliteitswet 2001

Met deze wijziging wordt voorkomen dat de Algemene Rekenkamer zich moet uitspreken over de openbaarheid van informatie die aan de Rekenkamer wordt verstrekt door organen, colleges of personen die zelf op grond van deze wet daarover beslissen. In plaats van deze organen, colleges en personen te horen op grond van artikel 4:8 van de Awb, wordt het verzoek doorgezonden aan deze organen, colleges en personen, die dan zelf op het verzoek moeten besluiten. Als de verzoeker een dergelijk verzoek al aan dat orgaan, dat college of die persoon had gedaan, en op dat verzoek is reeds beslist, kan dat orgaan, dat college of die persoon het nieuwe verzoek eenvoudig afdoen op grond van artikel 4:6 van de Awb.

Kamerstukken 2013/14, 33 328, nr. 9, p. 95 (MvT n.a.v. advies RvS)

3e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 20)

Artikel 9.7 komt te luiden:

Artikel 9.7 Wijziging Comptabiliteitswet 2001

In de Comptabiliteitswet 2001 wordt na artikel 96 een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 4 Openbaarheid

Artikel 96a

  1. Bij de Algemene Rekenkamer berustende informatie is openbaar, tenzij:

1°. een van de uitzonderingen van de artikelen 5.1 of 5.2 van de Wet open overheid aan de orde is, of

2°. de Algemene Rekenkamer de informatie in het kader van haar wettelijke taakuitoefening heeft verzameld.

  1. Voor zover een aan de Algemene Rekenkamer gericht verzoek op grond van de Wet open overheid betrekking heeft op van een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2 van die wet aan de Algemene Rekenkamer afkomstige informatie ten behoeve van een onderzoek, zendt de Algemene Rekenkamer het verzoek ter behandeling door aan het orgaan, de persoon of het college.

Artikel 96b

In afwijking van artikel 96a, eerste lid, kan de Algemene Rekenkamer door onderzoek verkregen informatie in het rapport verwerken als zij dat nodig oordeelt en de uitzonderingen van de artikelen 5.1 of 5.2 van de Wet open overheid niet naar haar oordeel aan de orde zijn.

Kamerstukken II 2015/16, 33 328, nr. 20, p. 3 (3eNvW)

3e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 20) – artikelsgewijze toelichting

Positie Algemene Rekenkamer (15)

De Algemene Rekenkamer heeft bij brief van 10 november 2014 haar zorg uitgesproken over de toepassing van de Wet open overheid op de Rekenkamer.2 De zorg van de Rekenkamer kwam, kort gezegd, voort uit de vrees dat instanties die door de Rekenkamer worden onderzocht, terughoudender zouden worden met het verstrekken van vertrouwelijke informatie. De Rekenkamer verwees daarbij naar de thans gehanteerde werkwijze inzake openbaarheid zoals beschreven in de brief van de Minister van Financiën van 17 november 1999 (TK 26 248, nr. 11). Uit nader overleg met de Rekenkamer bleek de Rekenkamer principieel van oordeel is dat de voor de Wob geldende uitzondering voor Hoge Colleges van Staat voor de Rekenkamer gehandhaafd moet blijven. Uit dat overleg bleek ook dat een uitzondering voor de onderzoekstaak van de Rekenkamer belangrijker wordt gevonden dan een uitzondering voor bedrijfsvoeringaspecten. Een ontwerp van de hier voorgestelde artikelen 96a en 96b zijn aan de Algemeen Rekenkamer voorgelegd. Bij brief van 23 juni 2015 heeft de Rekenkamer te kennen gegeven dat met deze regeling van de openbaarheid voor de Algemene Rekenkamer tegemoet wordt gekomen aan het eerder door de Rekenkamer geuite bezwaar, waarbij de Rekenkamer enige verduidelijkingsvoorstellen doet voor de artikelen en de toelichting.3 Deze tekstvoorstellen zijn in deze nota van wijziging allen overgenomen.

De initiatiefnemers hadden reeds in artikel 9.7 van het wetsvoorstel al een bepaling opgenomen die de Rekenkamer vrijwaarde van het nemen beslissingen op verzoeken om informatie die betrekking hebben op uit onderzoek verkregen informatie. De initiatiefnemers erkennen dat de Rekenkamer al transparant werkt en haar werk op de huidige manier moet voortzetten. De initiatiefnemers zien hierin geen aanleiding om voor de Rekenkamer als enig hoog college informatie over de bedrijfsvoering niet openbaar te maken. Wel hebben de initiatiefnemers de uitzondering die al in het wetsvoorstel was opgenomen, verder uitgebreid, om zo aan de zorg van de Rekenkamer tegemoet te komen, zonder het uitgangspunt van de Woo te verlaten dat ook informatie die bij Hoge Colleges van Staat berust, in principe openbaar is. Hiertoe wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd aan de Comptabiliteitswet 2001. Hiervoor is het stelsel dat is beschreven in de brief van 17 november 1999 tot uitgangspunt genomen. Uitdrukkelijk wordt bepaald dat vertrouwelijk aan de Rekenkamer verstrekte informatie niet openbaar is. Het voorgestelde tweede lid maakte al onderdeel uit van dit wetsvoorstel. Als bij de Rekenkamer een verzoek wordt ingediend om ten behoeve van onderzoek verstrekte informatie verstrekte informatie, wordt het verzoek doorgezonden aan de betreffende instantie ter behandeling. Het is dan de verantwoordelijkheid van die instantie om (met de criteria van de Woo), op het verzoek te beslissen.

Het voorgestelde artikel 96a, eerste lid, beperkt in zoverre de bevoegdheden van de Rekenkamer als beschreven in de brief van 17 november 1999, dat volgens die brief de Rekenkamer beslist over het opnemen van vertrouwelijk verstrekte informatie in onderzoeksrapporten. Onder «wettelijke taakuitoefening» wordt niet alleen de onderzoekstaak van de Algemene Rekenkamer verstaan, maar ook de ambtelijke en bestuurlijke verificatie van onderzoeksbevindingen en de informatie die bij de Algemene Rekenkamer berust vanwege haar wettelijke adviesrol van artikel 96 van de Comptabiliteitswet 2001. Bovendien wordt met deze formulering tot uitdrukking gebracht dat de Algemene Rekenkamer degene is die informatie verzamelt bij gecontroleerden. Het feit dat deze informatie mogelijk vertrouwelijk is doet daarbij niet ter zake; het oordeel daarover is niet aan gecontroleerden.

Om dezelfde reden wordt aan artikel 96b van de Comptabiliteitswet 2001 een lid toegevoegd dat voor de rapporten van de Rekenkamer de Rekenkamer vertrouwelijk verstrekte informatie mag gebruiken indien de Rekenkamer dat nodig oordeelt en de uitzonderingen van de artikelen 5.1 en 5.2 van de Woo niet aan de orde zijn. Voor zover die uitzonderingen wel aan de orde zijn, zal de Rekenkamer het met die uitzondering te beschermen belang respecteren. Zij kan dan op grond van artikel 94 de betrokken Minister of de Staten-Generaal informeren over zaken die zij niet in het rapport opneemt. In de brief van 17 november 1999 wordt nog aandacht besteed aan door een Minister aan de Rekenkamer verstrekte informatie waarvan opname in het rapport in strijd zou komen met artikel 68 van de Grondwet. De indieners achten het ondenkbaar dat informatie die op grond van artikel 68 van de Grondwet niet aan de Staten-Generaal kan worden verstrekt, niet op grond van artikel 5.1 of artikel 5.2 van de Woo moet worden geweigerd. Dit standpunt heeft ook de regering ingenomen in de brief van 21 januari 2002 (Kamerstukken II 28 362, nr. 2, p. 4), waar het ging om de verhouding tussen artikel 68 en de Wob. Op grond van het voorgestelde artikel 96b van de Comptabiliteitswet 2001 kan de Rekenkamer dus geen informatie openbaar maken die door de regering op grond van artikel 68 van de Grondwet niet aan de Staten-Generaal wordt verstrekt.

De Algemene Rekenkamer spreekt in haar brief van 23 juni 2015 nog haar zorg uit over de samenloop van een wijziging van de huidige Comptabiliteitswet 2001 met een in voorbereiding zijnde herziening van d e Comptabiliteitswet 2001 die thans voor advies bij de Raad van State aanhangig is. Zolang dat wetsvoorstel niet bij de Kamer aanhangig is, kunnen de indieners in de Woo voor die wet geen voorziening opnemen in de vorm van een samenloopbepaling. Gebruikelijk is dat in later ingediende wetsvoorstellen de samenloop wordt geregeld met eerder ingediende wetsvoorstellen. De indieners gaan er daarom van uit dat bij een eventueel voorstel tot wijziging van de Comptabiliteitswet met de Woo rekening zal worden gehouden.

Kamerstukken II 2015/16, 33 328, nr. 20, p. 5-7 (3eNvW)

Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)

De artikelen 9.7 en 9.7a worden vervangen door:

Artikel 9.7 Wijziging Comptabiliteitswet 2016

In de Comptabiliteitswet 2016 wordt in hoofdstuk 7 na artikel 7.40 een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 5 Openbaarheid
Artikel 7.41

1.Bij de Algemene Rekenkamer berustende informatie is openbaar, tenzij:

1°.een van de uitzonderingen van de artikelen 5.1 of 5.2 van de Wet open overheid aan de orde is, of

2°.de Algemene Rekenkamer de informatie in het kader van haar wettelijke taakuitoefening heeft verzameld.

2.Voor zover een aan de Algemene Rekenkamer gericht verzoek op grond van de Wet open overheid betrekking heeft op van een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2 van die wet aan de Algemene Rekenkamer afkomstige informatie ten behoeve van een onderzoek, zendt de Algemene Rekenkamer het verzoek ter behandeling door aan het orgaan, de persoon of het college.

Artikel 7.42
In afwijking van artikel 7.41, eerste lid, kan de Algemene Rekenkamer door onderzoek verkregen informatie in het rapport verwerken als zij dat nodig oordeelt en de uitzonderingen van de artikelen 5.1 of 5.2 van de Wet open overheid niet naar haar oordeel aan de orde zijn.

Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 8, p. 11 (VvW novelle n.a.v. verslag RvS)

Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9) – artikelsgewijze toelichting

Onderdeel EE (artikel 9.7 Woo)

Artikel 9.7 Woo bevat een aanpassing van de Comptabiliteitswet 2001. In artikel 9.7a Woo is een samenloopbepaling opgenomen in verband met de inmiddels in werking getreden Comptabiliteitswet 2016. Nu laatstgenoemde wet inmiddels in werking is getreden, kunnen de artikelen 9.7 en 9.7a Woo worden samengevoegd tot een nieuw artikel 9.7 Woo dat de Comptabiliteitswet 2016 wijzigt. Inhoudelijk vinden geen wijzigingen plaats ten opzichte van de tussen de initiatiefnemers en de Algemene Rekenkamer gemaakte afspraken.59

Voetnoten

59. Zie Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 17 (bijlage) en Kamerstukken II 2015/16, 33 328, nr. 20.

Kamerstukken 2019/20, 35 112, nr. 9, p. 57 (MvT novelle n.a.v. advies RvS)

Nota naar aanleiding van het verslag novelle Woo (35 112, nr. 12)

Onderdeel EE (artikel 9.7 Woo)

De leden van de D66-fractie hechten veel waarde aan de vereisten van artikel 3.1 Comptabiliteitswet. Kunnen de initiatiefnemers toelichten waar de leden van de D66-fractie kunnen lezen op welke wijze zij met de vereisten van artikel 3.1 Comptabiliteitswet zijn omgegaan?

De laatste stand van zaken is opgenomen in paragraaf 4.1 van de memorie van toelichting bij de Wijzigingswet.

Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 12, p. 27 (Nota n.a.v. verslag novelle)

Nota van wijziging novelle Woo (35 112, nr. 13)

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel I, onderdeel EE, wordt in het voorgestelde artikel 7.42 «niet naar haar oordeel» vervangen door «naar haar oordeel niet».

Toelichting

Met deze nota van wijziging wordt een redactionele verbetering aangebracht.

Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 13, p. 1 (NvW n.a.v. verslag novelle)