Selecteer een pagina

Artikel 9.60 Wijziging Telecommunicatiewet

Artikel 11a.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet komt te luiden:

3.De op grond van het eerste en tweede lid verstrekte gegevens zijn niet openbaar. Indien openbaarmaking in het algemeen belang is, kan Onze Minister een inbreuk op de veiligheid en een verlies van integriteit, bedoeld in het eerste lid, openbaar maken of de aanbieder verplichten tot openbaarmaking.

2e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 14)

Na artikel 9.59 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9.60 Wijziging Telecommunicatiewet

Artikel 11a.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet komt te luiden:

  1. De op grond van het eerste en tweede lid verstrekte gegevens zijn niet openbaar. Indien openbaarmaking in het algemeen belang is, kan Onze Minister een inbreuk op de veiligheid en een verlies van integriteit, bedoeld in het eerste lid, openbaar maken of de aanbieder verplichten tot openbaarmaking.

Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 14, p. 10 (2eNvW)

2e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 14) – artikelsgewijze toelichting

Artikel 9.60 en de bijlage bij artikel 8.8

In artikel 11a.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet is bepaald dat de Minister van EZ een verplichte melding van een aanbieder van elektronische communicatiediensten over een inbreuk op de veiligheid en een verlies van integriteit openbaar kan maken als deze openbaarmaking in het algemeen belang is. Buiten twijfel dient te staan dat een aanbieder van elektronische communicatiediensten geen nadeel ondervindt van een dergelijke verplichte melding en dus niet terughoudend is voor het doen van een melding. Openbaarmaking van de melding mag alleen plaatsvinden als dat in het algemeen belang is, bijvoorbeeld omdat klanten van de aanbieders over de melding moeten worden geïnformeerd of om ernstige maatschappelijke gevolgen van een inbreuk te voorkomen of te beperken. Daartoe wordt artikel aangevuld met een zinsnede waaruit de niet-openbaarheid voor het overige blijkt en wordt dit artikel toegevoegd aan de bijlage bij artikel 8.8.

Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 14, p. 20-21 (2eNvW)