Selecteer een pagina

Artikel 9.52 Wijziging Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

De Instellingswet Autoriteit Consument en Markt wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 12u, eerste lid, wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: Artikel 5.1, eerste, tweede en vijfde lid, van de Wet open overheid.

B

Artikel 12v, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. gegevens als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel f, van de Wet open overheid niet openbaar worden gemaakt, indien het belang van openbaarheid naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt niet opweegt tegen het belang, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel f, van de Wet open overheid;

2. In onderdeel b wordt «artikel 10, tweede lid, onderdeel e of g, van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: artikel 5.1, tweede lid, onderdeel e, van de Wet open overheid.

C

Artikel 12w wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: artikel 5.1, eerste, tweede en vijfde lid, van de Wet open overheid.

2. Het vijfde lid wordt vernummerd tot het zesde lid.

3. Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

5. Eenieder kan verzoeken om toepassing van het eerste lid. Het verzoek wordt toegewezen, voor zover het tweede of het vierde lid hieraan niet in de weg staan.

Parlementaire behandeling

  • Nota van wijziging Woo (33 328, nr. 13)
  • 2e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 14)

Nota van wijziging Woo (33 328, nr. 13)

Artikel 9.52 samenloop wetsvoorstel 33 622 (wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

Indien het bij koninklijke boodschap van 26 april 2013 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht (33 622) tot wet is of wordt verheven en de artikelen 12u, 12v en 12w van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt in werking zijn getreden of zullen treden, worden deze artikelen als volgt gewijzigd:

A

In artikel 12u, eerste lid, wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: Artikel 5.1, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet open overheid.

B

Artikel 12v, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onderdeel a komt te luiden:

 

  1. gegevens als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel f, van de Wet open overheid niet openbaar worden gemaakt, indien het belang van openbaarheid naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt niet opweegt tegen het belang, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel f, van de Wet open overheid;

 

  1. In onderdeel b wordt «artikel 10, tweede lid, onderdeel e of g, van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: artikel 5.1, tweede lid, onderdeel e, van de Wet open overheid.

 

C

In artikel 12w, derde lid, wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: artikel 5.1, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet open overheid.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 13, p. 15-16 (NvW)

Hoofdstuk 9 Aanpassingswetgeving

In de aan hoofdstuk 9 toegevoegde wijzigingen zijn in andere wetten de verwijzingen naar de Wet openbaarheid van bestuur vervangen door verwijzingen naar de Wet open overheid. Bij deze wijzigingen zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd. Uitzondering vormt een verwijzing naar artikel 10, eerste lid, onderdeel c, of een vermelding van het begrip vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens uit die uitzonderingsgrond. In dit wetsvoorstel wordt van die uitzonderingsgrond een relatieve uitzonderingsgrond gemaakt. Als gevolg hiervan diende op sommige plaatsen een redactionele aanpassing van de bestaande wettekst plaats te vinden. Dat betreft artikel 40 van de Wet op de parlementaire enquête 2008, artikel 55 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 en artikel 12v van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt dat wordt ingevoerd met het wetsvoorstel tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht (33 622). Daarnaast zijn artikel 40 van de Wet op de parlementaire enquête 2008, artikel 55 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 en artikel 15 van de Archiefwet 1995 redactioneel aangepast wegens de vervanging van artikel 10, tweede lid, onderdeel g, van de Wob door artikel 5.1, vierde lid, van de Woo.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 13, p. 23 (NvW)

2e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 14)

Artikel 9.52 komt te luiden:

Artikel 9.52 Wijziging Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

De Instellingswet Autoriteit Consument en Markt wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 12u, eerste lid, wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: Artikel 5.1, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet open overheid.

B

Artikel 12v, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onderdeel a komt te luiden:

 

  1. gegevens als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel f, van de Wet open overheid niet openbaar worden gemaakt, indien het belang van openbaarheid naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt niet opweegt tegen het belang, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel f, van de Wet open overheid;

 

  1. In onderdeel b wordt «artikel 10, tweede lid, onderdeel e of g, van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: artikel 5.1, tweede lid, onderdeel e, van de Wet open overheid.

 

C

Artikel 12w wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het tweede lid wordt «artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» vervangen door: artikel 5.1, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet open overheid.

 

  1. Het vijfde lid wordt vernummerd tot het zesde lid.

 

  1. Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

 

  1. Een ieder kan verzoeken om toepassing van het eerste lid. Het verzoek wordt toegewezen, voor zover het tweede of het vierde lid hieraan niet in de weg staan.

Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 14, p. 8-9 (2eNvW)

2e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 14) – artikelsgewijze toelichting

Artikel 9.52 en de bijlage bij artikel 8.8

In verband met de inwerkingtreding van de Wet van 25 juni 2014 tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht (Stb. 2014, 247) wordt artikel 9.52 opnieuw geredigeerd.

Gebleken is dat de nieuwe artikelen 12u, 12v en 12w door de wetgever zijn bedoeld als uitputtende regeling ten opzichte van de Wob (Kamerstukken II, 33 622, nr. 3, p. 62–63). Met name blijft openbaarheid achterwege als openbaarmaking in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het aan de Autoriteit Consument en Markt opgedragen toezicht op de naleving. De rechterlijke toetsing van de openbaarmaking is net als bij de overige besluiten op grond van de Instellingswet opgedragen aan de rechtbank Rotterdam met hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De indieners willen dit systeem in stand laten. De regeling is echter vooral gericht op bescherming van degene wiens gegevens openbaar zijn gemaakt. Bij de artikelen 12u en 12v is dat geen probleem. Het betreft hier dwingende actieve openbaarmaking, waarbij een verzoek om niet openbaar gemaakte gegevens niet leidt tot een andere uitkomst. Het maximale is immers al actief openbaar gemaakt. Bij artikel 12w ligt dat anders. Hier betreft het een bevoegdheid, maar geen plicht, tot actieve openbaarmaking, waarbij niet vast staat dat alles wat openbaar kan zijn, ook actief openbaar gemaakt wordt. Hier kan het dus zinvol zijn om een verzoek om openbaarmaking in te dienen. De Instellingswet voorziet hier niet expliciet in. De indieners achten het gewenst dat informatie die in beginsel openbaar kan zijn, ook daadwerkelijk openbaar is. Als die informatie niet openbaar kan zijn, dient inzichtelijk te zijn waarom niet. Daarom stellen de indieners voor expliciet te bepalen dat kan worden verzocht om informatie als bedoeld in artikel 12w, eerste lid, die niet openbaar is gemaakt. Ten einde op een dergelijk verzoek het afwegingskader en de rechtsgang van de Instellingswet van toepassing te laten zijn, dient de mogelijkheid van een verzoek in de Instellingswet te worden opgenomen. Daartoe dien het nieuwe artikel 12w, vijfde lid.

In de verdere parlementaire behandeling is aangegeven dat ook artikel 7 van de Instellingswet als een uitputtende regeling moet worden aangemerkt (Kamerstukken II, 33 622, nr. 7, p. 24, Kamerstukken II, 33 622, nr. 3, p. 62–63). De artikelen 7, 12u, 12v en 12w van de Instellingswet worden daarom toegevoegd aan de bijlage bij artikel 8.8.

Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 14, p. 19 (2eNvW)