Selecteer een pagina

Artikel 9.1 Wijziging Wet Nationale ombudsman

De Wet Nationale ombudsman wordt als volgt gewijzigd:

E

In de artikelen 11e en 16, eerste lid, wordt “Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur” telkens vervangen door: Artikel 5.1 van de Wet open overheid.

Parlementaire behandeling

  • Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)
  • Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9)
  • Nota van wijziging Woo (33 328, nr. 13)
  • 2e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 14)
  • Gewijzigd amendement van de leden Veldman en Bisschop ter vervanging van nr. 26 dat regelt dat het aanstellen van een Informatiecommissaris pas geschiedt na de te houden evaluatie van de Wet open overheid en indien deze evaluatie heeft uitgewezen dat behoefte bestaat aan een dergelijke commissaris (33 328, nr. 34)

Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)

Artikel 9.1 Wijziging Wet Nationale ombudsman

1. Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 7.1 van deze wet de Veteranenwet in werking is getreden, wordt de Wet Nationale ombudsman als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt, onder lettering van de onderdelen c, d en e tot d, e en f, na onderdeel b een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

c. Informatiecommissaris:
de als zodanig aangewezen substituut-ombudsman bedoeld in artikel 9, eerste lid;.

B

In artikel 1d wordt «de Kinderombudsman of de Veteranenombudsman» vervangen door: «de Kinderombudsman, de Informatiecommissaris en de Veteranenombudsman» en wordt «optreedt» vervangen door: optreden.

C

In artikel 9, eerste lid, komt te luiden:

1. De Tweede Kamer benoemt op verzoek van de ombudsman ten minste twee personen tot substituut-ombudsman en wijst daarbij de substituut-ombudsmannen aan die de functie van Kinderombudsman, Informatiecommissaris of, indien de ombudsman hierom verzoekt, Veteranenombudsman bekleden. De Kinderombudsman en de Informatiecommissaris kunnen niet tevens worden aangewezen als Veteranenombudsman. De ombudsman maakt voor iedere benoeming een aanbeveling op, die de namen van ten minste drie personen bevat. Indien er geen Kinderombudsman of Informatiecommissaris is, draagt de ombudsman zo spoedig mogelijk zorg voor een aanbeveling als bedoeld in de tweede volzin.

D

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «De ombudsman regelt tevens de vervanging van de Kinderombudsman of de Veteranenombudsman door een substituut-ombudsman, voor het geval dat die tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen.» vervangen door: In het geval de Kinderombudsman of de Informatiecommissaris tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen, regelt de ombudsman tevens de vervanging door een andere substituut-ombudsman. In het geval een als Veteranenombudsman aangewezen substituut-ombudsman tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen, regelt de ombudsman de vervanging door een andere substituut-ombudsman of door hemzelf.

2. In het tweede tot en met zesde lid wordt «ombudsman, Kinderombudsman of Veteranenombudsman» telkens vervangen door: ombudsman, Kinderombudsman, Informatiecommissaris of Veteranenombudsman.

2. Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 7.1 van deze wet de Veteranenwet nog niet in werking is getreden, wordt de Wet Nationale ombudsman als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt, onder lettering van de onderdelen c en d tot d en e, na onderdeel b een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

c. Informatiecommissaris:
de als zodanig aangewezen substituut-ombudsman bedoeld in artikel 9, eerste lid;.

B

In artikel 1d wordt «de Kinderombudsman» vervangen door: «de Kinderombudsman, en de Informatiecommissaris» en wordt «optreedt» vervangen door: optreden.

C

In artikel 9, eerste lid, komt te luiden:

1. De Tweede Kamer benoemt op verzoek van de ombudsman ten minste twee personen tot substituut-ombudsman en wijst daarbij de substituut-ombudsmannen aan die de functie van Kinderombudsman of Informatiecommissaris bekleden. De ombudsman maakt voor iedere benoeming een aanbeveling op, die de namen van ten minste drie personen bevat. Indien er geen Kinderombudsman of Informatiecommissaris is, draagt de ombudsman zo spoedig mogelijk zorg voor een aanbeveling als bedoeld in de tweede volzin.

D

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «De ombudsman regelt tevens de vervanging van de Kinderombudsman door een substituut-ombudsman, voor het geval dat die tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen.» vervangen door: In het geval de Kinderombudsman of de Informatiecommissaris tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen, regelt de ombudsman tevens de vervanging door een andere substituut-ombudsman.

2. In het tweede tot en met zesde lid wordt «ombudsman of Kinderombudsman» telkens vervangen door: ombudsman, Kinderombudsman of Informatiecommissaris.

3. Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 7.1 van deze wet de Veteranenwet nog niet in werking is getreden, wordt artikel 11, onderdelen A tot en met D, van de Veteranenwet vervangen door:

A

In artikel 1 wordt, onder lettering van de onderdelen d en e tot e en f, na onderdeel c een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. Veteranenombudsman:
de ombudsman voor zover hij optreedt als bedoeld in hoofdstuk IIB, of de als zodanig aangewezen substituut-ombudsman bedoeld in artikel 9, eerste lid;.

B

In artikel 1d wordt «de Kinderombudsman en de Informatiecommissaris» vervangen door: de Kinderombudsman, de Informatiecommissaris en de Veteranenombudsman.

C

In artikel 9, eerste lid, komt te luiden:

1. De Tweede Kamer benoemt op verzoek van de ombudsman ten minste twee personen tot substituut-ombudsman en wijst daarbij de substituut-ombudsmannen aan die de functie van Kinderombudsman, Informatiecommissaris of, indien de ombudsman hierom verzoekt, Veteranenombudsman bekleden. De Kinderombudsman en de Informatiecommissaris kunnen niet tevens worden aangewezen als Veteranenombudsman. De ombudsman maakt voor iedere benoeming een aanbeveling op, die de namen van ten minste drie personen bevat. Indien er geen Kinderombudsman of Informatiecommissaris is, draagt de ombudsman zo spoedig mogelijk zorg voor een aanbeveling als bedoeld in de tweede volzin.

D

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd: In het geval een als Veteranenombudsman aangewezen substituut-ombudsman tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen, regelt de ombudsman de vervanging door een andere substituut-ombudsman of door hemzelf.

2. In het tweede tot en met zesde lid wordt «ombudsman, Kinderombudsman of Informatiecommissaris» telkens vervangen door: ombudsman, Kinderombudsman, Informatiecommissaris of Veteranenombudsman.

Kamerstukken 2013/14, 33 328, nr. 8, p. 14-17 (VvW novelle)

Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9) – artikelsgewijze toelichting

Artikel 9.1 Wijziging Wet Nationale ombudsman

Met het onderbrengen van de Informatiecommissaris in de organisatie van de Nationale ombudsman als substituut-ombudsman zijn enkele wijzigingen in de Wet Nationale ombudsman noodzakelijk. Aangezien dezelfde artikelen van die wet worden gewijzigd met de Veteranenwet wegens de invoering van een Veteranenombudsman, maar onbekend is wanneer die wet in werking treedt, zijn de wijzigingen in het eerste lid bedoeld voor het geval de Veteranenwet in werking is getreden. Het Tweede lid wijzigt de Wet Nationale ombudsman in het geval bij inwerkingtreding van deze wet de Veteranenwet nog niet in werking is getreden. In het derde lid worden de artikelen in de Veteranenwet waarmee de Wet Nationale ombudsman wordt gewijzigd, aangepast aan wijzigingen van het tweede lid.

Met deze wijzigingen krijgt de Informatiecommissaris in de Wet Nationale ombudsman dezelfde positie als de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman. Anders dan bij laatstgenoemde ombudsmannen worden de taken van de Informatiecommissaris niet geregeld in de Wet Nationale ombudsman, maar in hoofdstuk 7 van deze wet. Blijven over enige bepalingen van organisatorische aard. Hierbij is aangesloten bij hetgeen reeds is bepaald over de Kinderombudsman en de veteranenombudsman. De wijzigingsvoorstellen hebben niet tot doel de Wet Nationale ombudsman inhoudelijk te wijzigen, maar strekken tot het invoegen van de term Informatiecommissaris op de plaatsten waar iets is geregeld over de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman.

Uit de definitie van Kinderombudsman volgt dat de Nationale ombudsman niet zelf de taken van de Kinderombudsman kan uitvoeren. Uit de definitie van Veteranenombudsman blijkt dat hij dat wel kan. Voor de definitie van Informatiecommissaris is aangesloten bij de definitie van Kinderombudsman, waaruit volgt dat de Nationale ombudsman niet tevens als Informatiecommissaris kan optreden, maar de Tweede Kamer moet verzoeken een substituut-ombudsman te benoemen. De Nationale ombudsman doet hiertoe een aanbeveling, bestaande uit ten minste drie namen. Bij de Kinderombudsman heeft hij voor de samenstelling van de voordracht een sollicitatieprocedure gevoerd om geschikte kandidaten te selecteren. Het ligt voor de hand dat bij de benoeming van de Informatiecommissaris dezelfde procedure wordt gevoerd. Uiteindelijk beslist de Tweede Kamer.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 9, p. 92-93 (MvT novelle)

Nota van wijziging Woo (33 328, nr. 13)

Aan artikel 9.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  1. In de artikelen 11e en 16, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman, wordt «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» telkens vervangen door: Artikel 5.1, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet open overheid.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 13, p. 4 (NvW)

Nota van wijziging Woo (33 328, nr. 13) – artikelsgewijze toelichting

In de aan hoofdstuk 9 toegevoegde wijzigingen zijn in andere wetten de verwijzingen naar de Wet openbaarheid van bestuur vervangen door verwijzingen naar de Wet open overheid. Bij deze wijzigingen zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 13, p. 23 (NvW)

2e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 14)

Artikel 9.1 komt te luiden:

Artikel 9.1 Wijziging Wet Nationale ombudsman

De Wet Nationale ombudsman wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt, onder lettering van de onderdelen c, d en e tot d, e en f, na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:

  1. Informatiecommissaris: de als zodanig aangewezen substituut-ombudsman bedoeld in artikel 9, eerste lid;.

B

In artikel 1d wordt «de Kinderombudsman of de Veteranenombudsman» vervangen door: «de Kinderombudsman, de Informatiecommissaris en de Veteranenombudsman» en wordt «optreedt» vervangen door: optreden.

C

Artikel 9, eerste lid, komt te luiden:

  1. De Tweede Kamer benoemt op verzoek van de ombudsman ten minste twee personen tot substituut-ombudsman en wijst daarbij de substituut-ombudsmannen aan die de functie van Kinderombudsman, Informatiecommissaris of, indien de ombudsman hierom verzoekt, Veteranenombudsman bekleden. De Kinderombudsman en de Informatiecommissaris kunnen niet tevens worden aangewezen als Veteranenombudsman. De ombudsman maakt voor iedere benoeming een aanbeveling op, die de namen van ten minste drie personen bevat. Indien er geen Kinderombudsman of Informatiecommissaris is, draagt de ombudsman zo spoedig mogelijk zorg voor een aanbeveling als bedoeld in de tweede volzin.

D

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt «De ombudsman regelt tevens de vervanging van de Kinderombudsman of de Veteranenombudsman door een substituut-ombudsman, voor het geval dat die tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen.» vervangen door: In het geval de Kinderombudsman of de Informatiecommissaris tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen, regelt de ombudsman tevens de vervanging door een andere substituut-ombudsman. In het geval een als Veteranenombudsman aangewezen substituut-ombudsman tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen, regelt de ombudsman de vervanging door een andere substituut-ombudsman of door hemzelf.
  2. In het tweede tot en met zesde lid wordt «ombudsman, Kinderombudsman of Veteranenombudsman» telkens vervangen door: ombudsman, Kinderombudsman, Informatiecommissaris of Veteranenombudsman.

E

In de artikelen 11e en 16, eerste lid, wordt «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» telkens vervangen door: Artikel 5.1 van de Wet open overheid.

Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 14, p. 6-7 (2eNvW)

2e nota van wijziging Woo (33 328, nr. 14) – artikelsgewijze toelichting

Artikel 9.1

Met artikel 9.1 worden wijzigingen aangebracht in de Wet Nationale ombudsman. De thans in het voorstel opgenomen wijzigingen hielden zowel rekening met de mogelijkheid dat op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de Veteranenwet in werking was getreden als met de mogelijkheid dat dit niet was gebeurd. Dit was nodig, omdat de Veteranenwet eveneens de Wet Nationale ombudsman wijzigt. Nu de Veteranenwet op 28 juni 2014 in werking is getreden, kan artikel 9.1 aanzienlijk worden vereenvoudigd. Hierbij is geen inhoudelijke wijziging aangebracht.

Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 14, p. 18 (2eNvW)

Gewijzigd amendement van de leden Veldman en Bisschop ter vervanging van nr. 26 dat regelt dat het aanstellen van een Informatiecommissaris pas geschiedt na de te houden evaluatie van de Wet open overheid en indien deze evaluatie heeft uitgewezen dat behoefte bestaat aan een dergelijke commissaris (33 328, nr. 34)

IV

Artikel 9.1, onderdelen A tot en met D, vervalt.

Kamerstukken II 2015/16, 33 328, nr. 34, p. 1 (amendement)

Gewijzigd amendement van de leden Veldman en Bisschop ter vervanging van nr. 26 dat regelt dat het aanstellen van een Informatiecommissaris pas geschiedt na de te houden evaluatie van de Wet open overheid en indien deze evaluatie heeft uitgewezen dat behoefte bestaat aan een dergelijke commissaris (33 328, nr. 34) – artikelsgewijze toelichting

Toelichting

Dit amendement regelt dat het aanstellen van een Informatiecommissaris pas geschiedt na de te houden evaluatie van de Wet open overheid en deze evaluatie heeft uitgewezen dat er behoefte aan zo’n commissaris bestaat. Er wordt dus niet automatisch vier jaar na inwerkingtreding van deze wet een Informatiecommissaris aangesteld. Mocht de evaluatie uitwijzen dat er een Informatiecommissaris moet komen, dan wordt deze bij wet ingesteld. Dan wordt ook bepaald wat de taken en bevoegdheden van de Informatiecommissaris zijn en waar deze functionaris wordt ondergebracht.

Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door het laten vervallen van hoofdstuk 7 van de WOO. Voorts is de evaluatiebepaling in artikel 8.9 aangepast. Bij de evaluatie wordt in ieder geval aandacht besteed aan de noodzaak tot het invoeren van een Informatiecommissaris.

Naar aanleiding van die evaluatie kan worden bezien of de Informatiecommissaris al dan niet bij wet moet worden ingesteld, of dat hiervoor geen wet nodig is, zoals bij de Digicomissaris.

Kamerstukken I 2015/16, 33 328, nr. 34, p. 2 (amendement)