Selecteer een pagina

Artikel 8.6 Kosten

1. De openbaarmaking van informatie op grond van deze wet is kosteloos.

2. Voor de vervaardiging van kopieën van documenten kan een bestuursorgaan een redelijke vergoeding vragen, die de kostprijs van de verstrekte informatiedragers niet overstijgt.

3. Op voordracht van Onze Minister kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot het tweede lid.

Parlementaire behandeling

  • Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)
  • Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9)
  • Nota n.a.v. het verslag (33 328, nr. 12)
  • Tweede Nota van Wijziging Wet open overheid (33 328, nr. 14)
  • Derde Nota van Wijziging Wet open overheid (33 328, nr. 20)

Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)

1. De openbaarmaking van informatie op grond van deze wet is kosteloos.

2. Voor de vervaardiging van kopieën van documenten kan een bestuursorgaan een redelijke vergoeding vragen, die de kostprijs van de verstrekte informatiedragers niet overstijgt.

3. Op voordracht van Onze Minister kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot de redelijke vergoeding, bedoeld in het tweede lid.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 8, p. 14 (VvW n.a.v. advies RvS)

Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9) – artikelsgewijze toelichting

Artikel 8.6 Kosten

Zowel voor verzoeken om informatie als voor verzoeken om hergebruik kan een orgaan slechts kosten in rekening brengen voor het verstrekken van kopieën. Dat kunnen de kosten zijn van de usb-stick of de papieren kopieën, maar niet de arbeidskosten voor het vervaardigen van de kopieën en al helemaal niet de kosten voor het verzamelen en beoordelen van de gevraagde informatie.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 9, p. 89 (MvT n.a.v. advies RvS)

Nota n.a.v. het verslag (33 328, nr. 12)

Artikel 8.6 Kosten

De leden van de fractie van D66 vroegen of onder «de kostprijs van de verstrekte informatiedragers» alleen gaat om de kosten van het papier en niet om de arbeidskosten en of onder de «kosten» ook de kosten van het kopieerapparaat kunnen vallen.

De initiatiefnemers kunnen bevestigen dat voor arbeidskosten geen vergoeding kan worden gevraagd. Ook een vergoeding voor het gebruik van het kopieerapparaat behoort niet tot de mogelijkheden.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 12, p. 51 (NvV)

Tweede Nota van Wijziging Wet open overheid (33 328, nr. 14)

Artikel 8.6 wordt als volgt gewijzigd:

a. Na het tweede lid worden, onder vernummering van het derde lid tot zesde lid, drie leden ingevoegd, luidende:

3. In afwijking van het tweede lid, brengen archieven, musea en bibliotheken voor het hergebruik van documenten ten hoogste de gemaakte kosten voor verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding, conservering en vereffening van rechten in rekening, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen.

4. In afwijking van het tweede lid kan een met een publieke taak belaste instelling, ter bestrijding van de kosten van de uitvoering van de publieke taak, voor het hergebruik van documenten ten hoogste de gemaakte kosten voor verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding, in rekening brengen, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen, indien dat bij wet is bepaald. De berekening van de kosten geschiedt op objectieve, transparante en controleerbare wijze.

5. Indien kosten in rekening worden gebracht voor het hergebruik, maakt de met een publieke taak belaste instelling vooraf kenbaar dat kosten in rekening worden gebracht en met welke factoren rekening wordt gehouden bij de berekening van de kosten. Op verzoek geeft de betrokken instelling inzicht in de berekening met betrekking tot een concreet verzoek om hergebruik.

b. In het zesde lid (nieuw) wordt «de redelijke vergoeding, bedoeld in het tweede lid» vervangen door: het tweede en derde lid.

Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 14, p. 6 (2eNvW)

Tweede Nota van Wijziging Wet open overheid (33 328, nr. 14) – artikelsgewijze toelichting

Artikel 8.6

Artikel 8.6 voldeed al aan de gewijzigde Hergebruikrichtlijn. Deze richtlijn staat echter toe dat archieven, musea, en bibliotheken enig rendement op investeringen in rekening brengen. In het stelsel van de Archiefwet 1995 wordt hiervan geen gebruik gemaakt. In de praktijk brengen archieven wel dergelijke kosten in regeling bij hergebruik. In het voorstelde artikel 8.6, derde lid, wordt voor archieven, musea en bibliotheken een afwijkende kostenbepaling opgenomen.

Het vierde lid heeft betrekking op uitzonderingen die in andere wetten wordt gemaakt op artikel 8.6. In deze nota van wijziging wordt bepaald dat overeenkomstig artikel 6 van de Hergebruikrichtlijn bij wet kan worden afgeweken van artikel 8.6, tweede lid, als de betreffende instelling met behulp van tarieven in zijn bekostiging moet voorzien. In de nieuwe artikelen 9.61, 9.62 en 9.63 wordt artikel 8.6, vierde lid van toepassing verklaard voor het Kadaster, de Rijksdienst voor het wegverkeer en het Handelsregister. De tarieven van dergelijke instellingen dienen overeenkomstig artikel 6, vierde lid, van de Hergebruikrichtlijn tot stand te worden gebracht. Artikel 8.6, vijfde lid, borgt dit.

Kamerstukken II 2014/15, 33 328, nr. 14, p. 18 (2eNvW)

Derde Nota van Wijziging Wet open overheid (33 328, nr. 20)

Artikel 8.6 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het derde tot en met vijfde lid vervalt.

 

  1. Het zesde lid wordt vernummerd tot derde lid.

 

  1. In het derde lid (nieuw) wordt «tweede en derde lid» vervangen door: tweede lid.

Kamerstukken 2015/16, 33 328, nr. 20, p. 3 (3eNvW)

Vervallen bepalingen hergebruik (1, 2, 3, 5, 9, 13, 16)

Inmiddels is de Wet hergebruik van overheidsinformatie in werking getreden. De regering heeft in het kader van de implementatie van Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PbEG 2003 L 345) de hergebruikbepalingen uit de Wet openbaarheid van bestuur gehaald en ondergebracht in een zelfstandige Wet hergebruik van overheidsinformatie. De regering volgde hiermee een advies van de Raad van State. De Tweede en Eerste Kamer hebben dit wetsvoorstel inmiddels aanvaard en de Wet hergebruik van overheidsinformatie is op 1 juli 2015 in werking getreden. Daarmee passen de hergebruikbepalingen van hoofdstuk 6 van de Woo, die zijn bedoeld ter vervanging van hoofdstuk VA van de Wob, niet langer in deze wet. Om deze reden worden in deze nota van wijziging in de Woo alle bepalingen geschrapt die op hergebruik betrekking hebben. Omdat in artikel 2.1 de definitie van Hergebruikrichtlijn vervalt, wordt de citeertitel van deze richtlijn in artikel 2.4, derde lid, onderdeel a, voluit geschreven. Wel worden de bepalingen over misbruik en omvangrijke verzoeken uit de artikelen 8.3 en 8.4 van de Woo via een nieuw artikel 9.61 toegevoegd aan de Wet hergebruik van overheidsinformatie, op dezelfde wijze als ook de regering voorstelde in de nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur in verband met aanvullingen ter voorkoming van misbruik (Kamerstukken II, 34 106, nr. 7).

Kamerstukken 2015/16, 33 328, nr. 20, p. 9 (3eNvW)