1. Alvorens een advies als bedoeld in artikel 7.2, vierde lid, uit te brengen, bemiddelt het college tussen het bestuursorgaan en de klager. Het bestuursorgaan werkt aan de bemiddeling mee.
2. Indien de klacht mede betrekking heeft op een besluit op grond van deze wet waartegen bezwaar open staat, wordt de termijn voor het indienen van bezwaar, bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, opgeschort tot het college advies heeft uitgebracht, dan wel aan de klager en het bestuursorgaan heeft bericht dat geen advies zal worden uitgebracht. De opschorting van de bezwaartermijn vangt aan met ingang van de dag nadat de klager de klacht aan het college heeft gezonden.
3. Indien de klager bezwaar maakt tegen het besluit, bedoeld in het tweede lid, beslist het bestuursorgaan in afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht binnen twee weken nadat het college advies heeft uitgebracht, dan wel aan de klager en het bestuursorgaan heeft bericht dat geen advies zal worden uitgebracht.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop klachten worden ingediend en het college tussen het bestuursorgaan en de klager bemiddelt als bedoeld in het eerste lid.
Parlementaire behandeling
- Tweede Nota van wijziging novelle Woo (35 112, nr. 16)
- Amendement Sneller houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (35 112, nr. 21)
- Brief regering; Waardering amendementen Wet open overheid (35 112, nr. 25)
Tweede Nota van wijziging novelle Woo (35 112, nr. 16)
Artikel 7.3 Bemiddeling
- Alvorens een advies als bedoeld in artikel 7.2, vierde lid, uit te brengen, bemiddelt het college tussen het bestuursorgaan en de klager. Het bestuursorgaan werkt aan de bemiddeling mee.
- Indien de klacht mede betrekking heeft op een besluit op grond van deze wet waartegen bezwaar open staat, wordt de termijn voor het indienen van bezwaar, dan wel van de beslissing op bezwaar als reeds bezwaar is ingediend, opgeschort tot het college advies heeft uitgebracht, dan wel aan de klager en het bestuursorgaan heeft bericht dat geen advies zal worden uitgebracht.
Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 16, p. 3 (2eNvW novelle)
Tweede Nota van wijziging novelle Woo (35 112, nr. 16)
Een klacht leidt dus tot bemiddeling. Het bestuursorgaan werk daaraan mee. Als een klager geen bemiddeling wil, dient hij geen klacht in, maar beperkt zicht tot de route van bezwaar en beroep. Het college bemiddelt dan tussen de klager en het bestuursorgaan. Leidt de bemiddeling tot een resultaat, dan is het geschil opgelost. In andere gevallen brengt het college een advies aan het bestuursorgaan uit, dat bij de beslissing op bezwaar verder kan worden betrokken. Als de klacht gaat over een afwijzing van een verzoek om informatie waartegen nog bezwaar kan worden gemaakt, schort de klacht de termijn van artikel 6:7 Awb op waarbinnen bezwaar moet worden gemaakt. Mocht het bezwaar al zijn ingediend, dan schort de klacht de termijn van artikel 7:10 Awb op waarbinnen op het bezwaar moet zijn beslist. Hiermee wordt voorkomen dat een klacht ertoe zou leiden dat de klager de mogelijkheid van een gang naar de rechter verliest, zonder dat de klager voor allerlei procedurekeuzes komt te staan. De opschorting eindigt als het college het advies uitbrengt of meedeelt dat geen advies wordt uitgebracht. Aanleiding voor een dergelijke mededeling kan zijn dat de klacht worden ingetrokken wegens een geslaagde bemiddelingspoging, maar ook dat het college oordeelt dat de klacht onduidelijk is of dat de klager niet voldoet aan de categorie voor wie de mogelijkheid tot klagen is opengesteld. Als de bemiddeling niet slaagt, brengt het college advies uit, dat het bestuursorgaan zal betrekken bij de beslissing op bezwaar. Deze adviezen zijn op grond van artikel 3.3, tweede lid, onderdeel e, Woo openbaar. De initiatiefnemers gaan ervan uit dat het college de adviezen via PLOOI zal ontsluiten, ook als artikel 3.3, tweede lid, onderdeel e, nog niet in werking is getreden. Omdat de klachtenprocedure is afgerond voordat op een bezwaar is beslist, is het niet nodig om een regeling te treffen voor opschorting van de termijn waarbinnen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingediend.
Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 16, p. 7 (2eNvW novelle)
Amendement Sneller houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (35 112, nr. 21)
- Het voorgestelde artikel 7.3, tweede lid, wordt vervangen door:
2.Indien de klacht mede betrekking heeft op een besluit op grond van deze wet waartegen bezwaar open staat, wordt de termijn voor het indienen van bezwaar, bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, opgeschort tot het college advies heeft uitgebracht, dan wel aan de klager en het bestuursorgaan heeft bericht dat geen advies zal worden uitgebracht. De opschorting van de bezwaartermijn vangt aan met ingang van de dag nadat de klager de klacht aan het college heeft gezonden.
3.Indien de klager bezwaar maakt tegen het besluit, bedoeld in het tweede lid, beslist het bestuursorgaan in afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht binnen twee weken nadat het college advies heeft uitgebracht, dan wel aan de klager en het bestuursorgaan heeft bericht dat geen advies zal worden uitgebracht.
4.Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop klachten worden ingediend en het college tussen het bestuursorgaan en de klager bemiddelt als bedoeld in het eerste lid.
Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 21, p. 1.
Amendement Sneller houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (35 112, nr. 21) – artikelsgewijze toelichting
In de tweede termijn van de plenaire behandeling is de vraag aan de orde gesteld of er niet een delegatiebepaling moet worden opgenomen voor procedurele voorschriften inzake het college. Zo is denkbaar dat de bemiddeling geschiedt door één van de leden, of dat de behandeling aan een termijn wordt gebonden, of dat regels worden gesteld voor de gevallen waarin leden van het college zich verschonen bij mogelijke belangenverstrengeling. Dit amendement strekt tot beantwoording van die vraag. Daarbij zijn enkele aspecten geregeld die niet bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden geregeld.
Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 21, p. 2.
Amendement Sneller houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (35 112, nr. 21) – artikelsgewijze toelichting
Artikel 7.3, tweede lid, regelt de samenloop met de bezwaarprocedure. Met de voorgestelde tekst wordt voorkomen dat een bestuursorgaan wel profiteert van de opschorting van de beslistermijn op bezwaar, maar verder niet meewerkt aan de bemiddeling. Door mee te werken aan de bemiddeling breidt het bestuursorgaan de beslissing op bezwaar voor. Ook als de bemiddeling niet tot overeenstemming leidt, zal het bestuursorgaan al een afweging hebben gemaakt en een aanloop tot besluitvorming hebben gemaakt. Daarmee heeft een bestuursorgaan na afloop van de bemiddeling niet meer de volle termijn nodig om een beslissing op bezwaar te nemen. Die termijn kan dus worden verkort. Het maakt daarbij niet uit of de klager gebruik maakt van de opschorting, of dat hij gelijktijdig of voor het indienen van de klacht al een bezwaarschrift indient. Een bestuursorgaan dat niet meewerkt aan de bemiddeling snijdt zich dan in de vingers als hij nadat het advies wordt uitgebracht binnen die kortere tijd alsnog op het bezwaarschrift moet beslissen. De voorgestelde amvb kan deze voorziening niet regelen, omdat hierbij van de Algemene wet bestuursrecht wordt afgeweken.
In het derde lid volgt dan de bepaling op grond waarvan bij amvb regels kunnen worden gesteld over de wijze van indienen van de klachten en de inrichting van de bemiddeling.
Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 21, p. 2.
Brief regering; Waardering amendementen Wet open overheid (35 112, nr. 25)
Kamerstuk, 35 112, nr. 21
Het lid Sneller heeft een amendement ingediend over nadere voorschriften inzake het Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding (Kamerstuk 35 112, nr. 21). Hierin wordt een delegatiebepaling (in de vorm van een kan-bepaling) opgenomen voor het stellen van procedurele voorschriften inzake het college, bijvoorbeeld over termijnen of de wijze van bemiddeling. Ook wordt de eventuele samenloop van een klacht met de bezwaarschriftprocedure zo geregeld dat sprake is van een opschorting van de bezwaartermijn gedurende de advies- en bemiddelingsfase, zij het dat het bestuursorgaan daarna binnen twee weken de beslissing op bezwaar moet nemen. Dat is een flinke verkorting van de termijn die geldt op grond van de Awb (zes weken), die wel wat zal betekenen voor de werkwijze van bestuursorganen. De achterliggende gedachte dat het bestuursorgaan door mee te werken aan de bemiddeling feitelijk de beslissing op bezwaar al voorbereid en dus minder tijd nodig heeft na die fase, onderschrijf ik evenwel.
Ik laat het oordeel van dit amendement aan de Kamer.