In afwijking van de artikelen 5.1 en 5.2 is informatie die berust bij de formateur of de informateur, dan wel informatie die door een bestuursorgaan aan de formateur of de informateur is gezonden niet openbaar totdat de formatie is afgerond.
Parlementaire behandeling
- Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)
- Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9)
- Nota n.a.v. het verslag (33 328, nr. 12)
- Handelingen Initiatiefwetsvoorstel Woo (33 328, nr. 72, item 15)
- Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)
- Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9)
- Nota naar aanleiding van het verslag novelle Woo (35 112, nr. 12)
- Brief minister met een reactie op in het voorlopig verslag aan de regering gestelde vragen (33 328, nr. P)
- Memorie van antwoord (33 328, nr. Q)
- Handelingen Initiatiefwetsvoorstellen – Snels/Sneller Wet open overheid (nr. 1, item 11)
Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)
Artikel 5.4 Kabinetsformatie
In afwijking van de artikelen 5.1 en 5.2 is informatie die berust bij de formateur of de informateur, dan wel informatie die door een bestuursorgaan aan de formateur of de informateur is gezonden niet openbaar totdat de formatie is afgerond.
Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 8, p. 9 (VvW n.a.v. advies RvS)
Artikelsgewijze toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9)
Met deze bepaling staat buiten twijfel dat gedurende de formatie geen verzoek om informatie over de formatie kan worden gedaan. Een dergelijke bepaling is nodig, nu met dit wetsvoorstel de informatie die bij de Kamer berust, in beginsel openbaar is en de formateur en de informateur door de Tweede Kamer worden benoemd en daarmee als orgaan van de Kamer dan wel als werkzaam onder verantwoordelijkheid van de Kamer kunnen worden aangemerkt. Als hiervan het gevolg zou zijn dat de bij de formatie benodigde vertrouwelijkheid komt te vervallen, zou dat leiden tot een nodeloze en onaanvaardbare belasting van het formatie-proces. Om deze reden wordt de openbaarheid tijdens de formatie opgeschort. De formatie eindigt met de benoeming van de Ministers en Staatssecretarissen in het nieuwe kabinet. Daarna beslist de Tweede Kamer over de informatie over de formatie conform hetgeen de Tweede Kamer hierover bepaalt in haar Reglement van Orde.
Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 9, p. 81 (MvT n.a.v. advies RvS)
Nota n.a.v. het verslag (33 328, nr. 12) – artikelsgewijze toelichting
Artikel 5.4 Kabinetsformatie
Naar aanleiding van het artikel waarin de openbaarheid van stukken tijdens de kabinetsformatie wordt opgeschort, stelden de leden van de VVD-fractie vragen naar het einde van de formatie, de wijze van openbaar maken en het tijdstip waarop de informatie beschikbaar moet zijn of kan worden opgevraagd.
De initiatiefnemers zijn van oordeel dat de formatie is afgerond bij de benoeming van de Ministers. Artikel 5.4 kent geen bijzondere bepaling over de wijze van openbaar maken, zodat van verplichte actieve openbaarmaking slechts sprake is indien het voorgestelde artikel 3.3 van toepassing is. Hiervan kan sprake zijn bij stukken die de informateur of de formateur ontvangt van derden, die immers kunnen worden aangemerkt als bij de Tweede Kamer ingekomen stukken als bedoeld in het voorgestelde artikel 3.3, tweede lid, onderdeel a. Voor het overige kan een verzoek worden ingediend vanaf het moment dat de formatie is afgerond. Eventuele actieve openbaarmaking is, gelet op artikel 3.3, vierde lid, aan de orde binnen een week na het einde van de formatie. Zowel bij de actieve openbaarmaking als de openbaarmaking op verzoek geldt dat op grond van de uitzonderingsgronden openbaarmaking gedeeltelijk achterwege kan blijven. Zoals in de memorie van toelichting reeds is aangegeven, stellen de initiatiefnemers zich voor dat in het reglement van orde van de Kamer regels worden gesteld over de behandeling van een bij de Kamer ingediend verzoek om informatie.
Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 12, p. 49 (Nota n.a.v. verslag)
Handelingen Initiatiefwetsvoorstel Woo (33 328, nr. 72, Item 15)
[De heer Van Weyenberg (D66):]
Mevrouw Keijzer vroeg ook naar de uitzondering voor kabinetsformaties naar aanleiding van artikel 5.4 van het voorstel, waarin staat dat de informatie pas openbaar wordt na de formatie. Wij hebben als indieners gekozen voor deze bijzondere positie van de landelijke formatie na Tweede Kamerverkiezingen, omdat de Tweede Kamer daarin een formele rol heeft. Dat is anders bij formaties in de gemeente of provincie. Dat is de reden waarom deze regeling specifiek op het landelijke betrekking heeft.
Kamerstukken II 2015/16, 33 328, nr. 72, Item 15, p. 16 (Handelingen)
Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)
Het opschrift van artikel 5.4 komt te luiden:
Artikel 5.4 Formatie
Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 8, p. 9 (VvW novelle Woo)
Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9)
Onderdeel T (artikel 5.4 Woo)
In artikel 5.4 is bepaald dat gedurende de formatie de artikelen 5.1 en 5.2 Woo niet van toepassing zijn. Uit het opschrift blijkt dat hierbij in eerste instantie gedacht was aan de kabinetsformatie. Maar ook bij gemeenten, provincies en waterschappen vinden na verkiezingen formaties plaats, waarbij de bescherming van vertrouwelijke onderhandelingen van hetzelfde belang is. Door het woord «kabinetsformatie» in het opschrift te vervangen door «formatie» wordt tot uitdrukking gebracht dat dit artikel eveneens van toepassing is op de formaties bij gemeenten, provincies en waterschappen. Daarbij wordt aangetekend dat, in geval een formateur of informateur is aangewezen door een van de partijen die aan de verkiezingen hebben deelgenomen in plaats van door de raad of de burgemeester, hetgeen bij gemeenten en provincies vaak het geval is, deze geen orgaan is van de gemeente, de provincie of het waterschap, zodat ook om die reden aan de formateur of de informateur niet om informatie kan worden verzocht.
Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 9, p. 50-51 (MvT novelle n.a.v. advies RvS)
Nota naar aanleiding van het verslag novelle Woo (35 112, nr. 12)
Onderdeel T (artikel 5.4 Woo)
De leden van de VVD-fractie leggen de volgende vraag voor. Tijdens de kabinetsformatie wordt de openbaarheid opgeschort. Daarna beslist de Tweede Kamer over de openbaarmaking van de informatie over de formatie conform hetgeen de Kamer daarover bepaalt in haar Reglement van Orde. De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat er gebeurt met notities van fracties die aan de kabinets(in)formateur worden overhandigd. Maken deze notities ook deel uit van het informatiedossier dat na de formatie openbaar wordt gemaakt? Gaarne krijgen deze leden een reactie van de initiatiefnemers.
De vraag van de leden van de VVD-fractie bestaat uit twee delen: maken deze notities deel uit van het formatiedossier en worden deze notities na de formatie openbaar. Zoals de aan het woord zijnde leden aangeven, dient hierover het Reglement van Orde van de Tweede Kamer te worden aangepast. Als het Reglement van Orde zo wordt aangepast, dat van de informateur wordt verwacht dergelijke notities in het formatiedossier op te nemen, maken ze deel uit van dat dossier. Vervolgens zal de Kamer moeten bezien of artikel 5.1 Woo gronden bevat delen uit dat dossier niet openbaar te maken. De initiatiefnemers kunnen niet vooruitlopen op hetgeen in het Reglement van Orde hieromtrent zal worden bepaald. Dat is aan de Kamer zelf, die thans haar Reglement aan het herzien is.
Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 12, p. 26 (Nota n.a.v. verslag novelle)
Brief minister met een reactie op in het voorlopig verslag aan de regering gestelde vragen (33 328, nr. P)
Kabinetsformatie
Tot slot stellen de leden van de PvdA-fractie een aantal vragen aan de regering over artikel 5.4 Woo, dat gaat over de kabinetsformatie en informatie die berust bij de informateur. Zij vragen wat behoort tot die informatie en of informatie die berust bij een «verkenner» ook integraal deel uitmaakt van het proces van de kabinetsformatie. Voorts vragen deze leden of het bepaalde in artikel 5.4 Woo dat de informatie die berust bij of gezonden is aan de (in)formateur niet openbaar is totdat de formatie is afgerond, ook inhoudt dat de Tweede Kamer die informatie niet vóór de afronding van de formatie ontvangt, ook al zou zij er om verzoeken.
De Tweede Kamer benoemt de verkenner en de (in)formateur. Artikel 5.4 Woo staat er niet aan in de weg dat de Tweede Kamer tussentijds informatie ontvangt of verzoekt van de informateur, die zij zelf heeft benoemd. Dat is ook bepaald in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer (artikel 11.2). Daarvoor is de inlichtingenplicht van artikel 68 Grondwet niet relevant, zoals deze leden ook opmerken. Het bepaalde in artikel 5.4 Woo heeft alleen betekenis voor derden die stukken over de formatie zouden willen opvragen, welke bepaling nodig is omdat de Woo ook van toepassing is op beide Kamers. Uit de memorie van toelichting bij het voorgestelde artikel 5.4 blijkt duidelijk dat gedurende de formatie geen verzoek om informatie over de formatie kan worden gedaan door derden.17 Dit betreft alle informatie die daar onderdeel van uitmaakt, dus inderdaad voorbereidende notities, gespreksverslagen of informatie die door bestuursorganen op verzoek aan de (in)formateur of verkenner is verstrekt. Ik ben het eens met de leden van de fractie van de PvdA dat ook de fase van verkenning integraal behoort tot de kabinetsformatie.
Kamerstukken I 2020/21, 33 328, P, p. 9-10 (Brief reactie voorlopig verslag)
Memorie van antwoord (33 328, nr. Q)
Daarnaast hebben de leden van de PvdA-fractie een aantal vragen aan de initiatiefnemers en de regering over artikel 5.4 Woo, dat gaat over de kabinetsformatie. Daarin wordt gesteld dat in afwijking van de artikelen 5.1 en 5.2 de informatie die berust bij de formateur of de informateur niet openbaar is totdat de formatie is afgerond. Geldt dit ook, zo vragen zij, voor de informatie die berust bij een «verkenner» aan het begin van het formatieproces? Wat behoort tot die informatie? Behoren tot die informatie ook gespreksverslagen en inventariserende voorbereidingsnotities die verkenners bij hun werk gebruiken? Zijn de initiatiefnemers en de regering het met de leden van de PvdA-fractie eens dat periode met «verkenners» voorafgaande aan de (in)formatie integraal onderdeel is van het proces van de kabinetsformatie?
Uiteindelijk is de beantwoording van die vraag aan de Tweede Kamer als geheel, maar de initiatiefnemers zijn van oordeel dat de verkenning tot de formatie moet worden gerekend, voor zover de verkenner wordt aangewezen door de Tweede Kamer.
Houdt de stellende bepaling in artikel 5.4 Woo dat de informatie die berust bij of gezonden is aan de (in)formateur niet openbaar is totdat de formatie is afgerond, ook in dat de Tweede Kamer die informatie niet vóór de afronding van de formatie ontvangt, ook al zou zij er om verzoeken? Artikel 68 Gw ziet immers niet op een informatieplicht van verkenners en (in)formateurs aan (de leden van) de Kamer. Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de praktijk van de verkenning in de periode 25 maart – 2 april 2021?
De Woo is niet van toepassing op de verhouding Tweede Kamer en verkenner. De verkenner is door de Tweede Kamer aangesteld en in die relatie kan de Kamer aan de verkenner om informatie vragen. Artikel 5.4 Woo staat daaraan niet in de weg.
Kamerstukken I 2020/21, 33 328, Q, p. 20 (MvA)
In het licht van de huidige situatie rond de formatie hebben de leden van de SGP-fractie nog de volgende vraag. In het wetsvoorstel staat dat in afwijking van de artikelen 5.1 en 5.2 informatie die berust bij de formateur of de informateur, dan wel informatie die door een bestuursorgaan aan de formateur of de informateur is gezonden niet openbaar is totdat de formatie is afgerond. Zien de initiatiefnemers dit ook voor het proces rond de verkenning? En zo ja, wat had er dan moeten gebeuren in de situatie rond de eerste verkenningsronde, waarbij de Tweede Kamer juist volledige openheid vroeg?
De bepaling van de Woo ziet op verzoeken om informatie van burgers. Die worden op grond van artikel 5.4 Woo geweigerd. De Tweede Kamer heeft als opdrachtgever van de verkenner een andere positie en is vrij te bepalen welke informatie openbaar moet zijn als (een meerderheid van) de Kamer dat wil.
Kamerstukken 2020/21, 33 328, Q, p. 21 (MvA)
Handelingen Initiatiefwetsvoorstellen – Snels/Sneller Wet open overheid (nr. 1, item 11)
De heer Sneller:
De heer Koole had gevraagd naar de stukken bij de informateur. Die zijn toegezonden door een bestuursorgaan als ik het goed heb begrepen en daardoor bij de informateur komen te berusten. Die zijn uitgesloten totdat de kabinetsformatie is afgerond. Dat is artikel 5.4 geworden.
Kamerstukken I 2021/22, nr. 1, item 11, p. 44 (Handelingen)
De heer Sneller:
Dan de vraag over de informateur. Voor de duidelijkheid, dat gaat over stukken die zijn opgesteld ten behoeve van de kabinetsformatie. Ik had in eerste termijn de vraag over de perverse prikkelwerking niet helemaal goed begrepen. Dat stukken die al bij het bestuursorgaan berusten voordat de formatie begon maar die dan worden toegestuurd aan een informateur die er zeven maanden over doet, in de tussentijd niet openbaar hoeven te worden gemaakt, is afgesloten door het criterium dat het moet gaan om stukken die zijn opgesteld ten behoeve van de kabinetsformatie.