Selecteer een pagina

Artikel 4.7 Contactpersoon

Ter beantwoording van vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie wijst het bestuursorgaan een of meer contactpersonen aan.

Parlementaire behandeling

  • Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)
  • Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9)
  • Nota naar aanleiding van het verslag novelle Woo (35 112, nr. 12)
  • Nadere memorie van antwoord (33 328, nr. S)
  • Handelingen Initiatiefwetsvoorstellen – Snels/Sneller Wet open overheid (nr. 1, item 11)

Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)

Na artikel 4.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.7 Contactpersoon

Ter beantwoording van vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie wijst het bestuursorgaan een of meer contactpersonen aan.

Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 8, p. 8 (VvW novelle n.a.v. advies RvS)

Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9) – algemene toelichting

Doelstelling 2

Het tweede doel van het register was het verschaffen van inzicht in de aanwezige informatie, ook als die nog niet openbaar is omdat die beoordeling nog niet heeft plaatsgevonden. Het register is daarmee een hulpmiddel bij het opstellen van een verzoek om informatie. Zonder register is een ander hulpmiddel gewenst. Daartoe stellen de initiatiefnemers voor dat bestuursorganen een functionaris aanstellen die burgers informeert over de beschikbaarheid van informatie. Zo helpt een bestuursorgaan die burgers ook zonder register snel en effectief te overzien welke informatie aanwezig is bij een bestuursorgaan. Deze verplichting is opgenomen in het nieuwe artikel 4.7 Woo. De bedoeling is dat de contactfunctionaris op laagdrempelige en klantvriendelijke wijze, bijvoorbeeld telefonisch of via e-mail, vragen beantwoordt en wellicht ook documenten verstrekt in gevallen die zich daartoe lenen (als het er maar een paar zijn en er geen uitzonderingsgronden aan de orde zijn).

Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 9, p. 5 (MvT novelle n.a.v. advies RvS)

Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9) – artikelsgewijze toelichting

Onderdeel Q (artikel 4.7 Woo)

Een van de functies van het register in de Woo was dat eenieder gemakkelijk kan nagaan of een bestuursorgaan beschikt over de informatie waarnaar hij of zij op zoek is. Ter vervanging van die functie stellen de initiatiefnemers voor dat ieder bestuursorgaan contactpersonen aanstelt om hierover levende vragen te beantwoorden. Het betreft geen fulltime functie, eerder is sprake van een rol die op verschillende plaatsen in de organisatie kan worden belegd. De afdoening van dergelijke vragen kan worden ingevuld zoals bij het Rijk ook burgerbrieven, e-mails of telefoontjes worden beantwoord. Leidt de beantwoording van de vraag tot een verzoek om een groot aantal documenten, dan kan worden opgeschaald naar de procedure voor het afhandelen van een Wob-verzoek. Dit artikel is in hoofdstuk 4 geplaatst, omdat de contactpersoon naar verwachting de meeste vragen krijgt over informatie die (nog) niet openbaar is.

Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 9, p. 44 (MvT novelle n.a.v. advies RvS)

Nota naar aanleiding van het verslag novelle Woo (35 112, nr. 12)

De initiatiefnemers stellen voor dat bestuursorganen een functionaris aanstellen die burgers informeert over de beschikbaarheid van informatie. De leden van de CDA-fractie onderschrijven de bedoeling van de contactfunctionaris, die op laagdrempelige en klantvriendelijke wijze, bijvoorbeeld telefonisch of via e-mail, vragen beantwoordt en wellicht ook document verstrekt in gevallen die zich daartoe lenen. Met de initiatiefnemers onderkennen deze leden het grote belang van persoonlijk contact met de overheid, in gevallen waarin digitaal contact niet mogelijk of niet gewenst is.

Met de initiatiefnemers zijn de leden van de SP-fractie van mening dat een noodzakelijke cultuurverandering niet zonder wet tot stand zal komen. De leden van de fractie van de SP lezen dat, omdat een register niet haalbaar is op dit moment, de initiatiefnemers voorstellen dat overheden een informatiefunctionaris moeten aanstellen om mensen te helpen en informatie makkelijker te ontsluiten. De genoemde leden betwijfelen of een verplichting voor het aanstellen van zo’n functionaris voor elk bestuursorgaan even zinvol is, bijvoorbeeld om dat er niet altijd evenveel beroep gedaan zal worden op zo’n functionaris. Kunnen de initiatiefnemers hier nader op in gaan?

De initiatiefnemers danken de leden van de CDA-fractie voor hun steun op het punt van de contactfunctionarissen. De initiatiefnemers zijn met de leden van de SP-fractie van mening dat niet in alle gevallen een fulltime contactfunctionaris hoeft te worden benoemd. De functie kan ook worden vervuld door personen die al een frontoffice-functie hebben. Dan komen de vragen over informatie bij een bestuursorgaan binnen op dezelfde plek als andere vragen en klachten en kan de vraag intern worden uitgezet en vervolgens beantwoord. Veel bestuursorganen hebben al een loket waar dergelijke vragen telefonisch of elektronisch kunnen worden gesteld. De voorgestelde verplichting houdt in dat, als zo’n loket al bestaat, duidelijk wordt aangegeven dat bij dat loket ook vragen kunnen worden gesteld over de beschikbaarheid van documenten en dat daar hulp kan worden verkregen bij een verzoek om documenten. Indien bij de betreffende documenten geen uitzonderingsgronden of derdenbelangen spelen, kunnen de documenten meteen worden verstrekt, zonder dat een formeel besluit hoeft te worden genomen. Deze mogelijkheid bestaat ook onder de Wob bij mondelinge verzoeken. Blijkt dat de betreffende documenten niet zomaar kunnen worden verstrekt, dan zal wel een formele beoordeling met een (schriftelijk) besluit moeten volgen. Dat doet niet de contactfunctionaris, maar degene die nu al de Wob-verzoeken doet.

Kamerstukken II 2020/21, 35 112, nr. 12, p. 13 (Nota n.a.v. verslag novelle)

Nadere memorie van antwoord (33 328, nr. S)

Zeer recent heeft de Eerste Kamer met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een uitgebreid debat gevoerd over de relatie tussen het rijk en de decentrale overheden. Een van de kernpunten van dat debat was dat bij nieuwe wetgeving die gemeenten raakt, er zeer duidelijke en redelijke afspraken gemaakt moeten worden over wat die extra taken vergen. De Woo vraagt onder andere gemeenten om specifiek een Woo-functionaris aan te stellen. Daar staat tegenover dat de Wobverzoeken komen te vervallen. Hoe zien de initiatiefnemers deze extra functionaris in relatie tot de ‘extra taken voor decentrale overheden’-discussie, zo vragen de leden van de Fractie-Nanninga.

De initiatiefnemers merken op dat de decentrale overheden zijn betrokken bij de totstandkoming van de Woo en dat zij met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overeenstemming hebben bereikt over de compensatie voor de invoering van de Woo. In die compensatie is rekening gehouden met de verplichting om een contactfunctionaris aan te stellen. Zie ook de memorie van toelichting bij de Wijzigingswet Woo.9 Overigens kunnen onder de Woo net als onder de Wob ook verzoeken om informatie worden ingediend. De contactfunctionaris helpt bij het omschrijven van een verzoek en kan ervoor zorgen dat eenvoudige verzoeken zonder administratieve rompslomp worden afgedaan.

Voetnoten

9. Kamerstukken II 2020/21, 35112, nr. 9, p. 13.

Kamerstukken I 2020/21, 33 328, nr. S, p. 6-7 (NMvA)

Handelingen Initiatiefwetsvoorstellen – Snels/Sneller Wet open overheid (nr. 1, item 11)

[De heer Snels:]

Verder zit in de wet een dejuridisering door de mogelijkheid voor burgers om contact op te nemen met contactfunctionarissen om verzoeken tot informatie nader te specificeren. Overigens is dat in de wetsbehandeling in de Tweede Kamer ook iets aangescherpt. En dat is wel belangrijk. Ik geloof dat het de heer Rombouts was die zei: het gaat ook om mensen en menselijk contact. Dus is het ook belangrijk dat als er verzoeken zijn om informatie, of die nou van burgers, journalisten of wetenschappers zijn, zij ook in gesprek kunnen met overheidsorganen over welke vragen ze nou precies hebben. De overheid kan daarbij helpen en dan kan die precieze vraag naar informatie ook nader geduid en gespecificeerd worden, zodat je niet in het juridische traject terecht hoeft te komen dat burgers of journalisten naar de rechter stappen of, andersom, dat zij hele grote en gespecificeerde informatieverzoeken doen.

 

De heer Van Hattem (PVV):

Bedankt voor de uitleg van de initiatiefnemers. Ik heb een vraag over de precisering. Ik heb in het verleden al heel veel Wob-verzoeken ingediend. En als het niet duidelijk genoeg is, komt er bijna altijd een verzoek van een overheidsorgaan om een precisering aan te geven, met vaak ook het verzoek om contact op te nemen. Dus onder de huidige Wob gebeurt dat ook al. Dus kunnen de initiatiefnemers duiden wat dan het verschil is met wat dan onder de Woo gebeurt? Is dat alleen maar een formalisatie van dat principe of is dit echt een intrinsieke verbetering?

 

De heer Snels:

Volgens mij is het echt een verbetering, want de contactfunctionarissen zijn nu ook in de wet vastgelegd. Dus ieder overheidsorgaan moet er ook voor zorgen dat er contactfunctionarissen zijn. Dat zullen dus ook mensen zijn die gespecialiseerd raken in het uitvoeren van deze wet en in het in gesprek gaan met burgers, journalisten en wetenschappers om na te gaan welke informatie zij precies vragen en zoeken. Ik ben zelf geen Wob-deskundige in de zin dat ik zelf Wob-verzoeken gedaan heb, maar mijn indruk is dat het vaak bij veel overheidsorganen een beetje afgedaan wordt door de voorlichters of door wat we informeel de bontkraag rondom bestuurders noemen. Het is best belangrijk dat je voor de uitvoering van deze wet specifieke functionarissen hebt die daarover kennis en deskundigheid gaan opbouwen en die dus ook ten dienste staan van de burger die verzoekt om informatie. Dat is wat anders — ik zeg het wat informeel — dan de mensen die toch ook wel eens de neiging hebben om vooral de bestuurder te willen beschermen.

 

De heer Van Hattem (PVV):

Dan is het inderdaad misschien goed voor de totstandkoming van de wetsgeschiedenis om in ieder geval nu te duiden dat het de bedoeling is van de contactfunctionarissen om expliciet de burger vanuit de positie van verzoeker te ondersteunen, en niet om vanuit de overheid het contact te laten plaatsvinden om maar niet te veel inspanning te hoeven leveren, maar echt om de verzoeker te faciliteren. Dat is het doel van de contactfunctionarissen.

 

De heer Snels:

Zeker. Dat is een terecht punt. We maken hier wetsgeschiedenis, dus wat wij wisselen, is uiteindelijk van belang voor de uitleg van de wet.

Kamerstukken I 2021/22, nr. 1, item 11, p. 30-31 (Handelingen)

[De heer Sneller:]

Dan kom ik bij de heer Koole, die terecht vroeg naar het doenvermogen uit het mooie rapport van de WRR daarover. Aan de ene kant denk ik aan de antwoorden die de heer Van der Linden ook gaf. PLOOI kan op termijn gaan werken als een soort Google-variant. Dan kan je daarin inderdaad gewoon grasduinen en kijken. Vervolgens hebben alle bestuursorganen zo meteen ook contactpersonen aan wie de vraag kan worden gesteld en door wie kan worden geholpen met informatie die hierover beschikbaar is. Het kan dus ook meer behapbaar worden gemaakt. Vervolgens is er de speciale rol voor de beroepsmatige intermediairs, met name de media. Maar ik ben het helemaal met hem eens als hij zegt dat het misschien een noodzakelijke voorwaarde maar geen voldoende voorwaarde is om vervolgens de ambities die geformuleerd zijn over geïnformeerde burgers ook helemaal waar te maken.

 

De heer Koole (PvdA):

Even ter verduidelijking: is contact met een speciale contactpersoon ook voor een eenvoudige burger mogelijk, ook als die niet een Woo-verzoek doet, maar gewoon voor publiek toegankelijke informatie komt die hij niet snapt? Kan hij dan naar een contactpersoon? Die kan dan niet zeggen: er is geen verzoek ingediend, dus u bent niet ontvankelijk?

 

De heer Sneller:

Ja.

Kamerstukken I 2021/22, nr. 1, item 11, p. 42 (Handelingen)

[Minister Ollongren:]

De heer Backer had het daar ook over. Hij sprak over de zorgplicht van de Woo. De contactfunctionaris, die net ook werd genoemd in het debat met Sneller en Snels, moet binnen elke organisatie aan de slag met verzoeken om informatie. We zijn nu bezig een zogenaamd modelprofiel op te stellen van die contactfunctionaris. Die krijgt eigenlijk twee functies: die persoon moet heel goed op de hoogte zijn van de informatie die een organisatie in beheer heeft — wat is er in de organisatie eigenlijk voor informatie? — en die krijgt een actieve voorlichtingsfunctie. Die functie is er om verzoekers te helpen bij wat zij precies zoeken. Hoe kun je dat informatieverzoek scherp krijgen? Hoe kun je zorgen voor het leggen van contact met de mensen die daadwerkelijk toegang hebben tot die informatie en die in die informatie kunnen voorzien? We zien bij de uitvoering van de Wob dat dat nog niet altijd even goed gaat. Wob-verzoekers blijven te lang in het ongewisse over de status van hun verzoek. Het contact is vaak erg juridisch van aard. Het is erg gejuridificeerd en dat is eigenlijk ook niet goed. We weten dat je vaak een heel eind komt als je gewoon een goed gesprek voert met een indiener. Je bent dan best vaak in staat om het toch af te bakenen. Dat leidt tot een betere en snellere afhandeling.

 

De heer Schalk en de heer Backer informeerden naar het uitvoeringsbesluit voor die openbaarheidsfunctionaris. Ik dacht dat de heer Backer zei: naar het voorbeeld van de AVG. Zo’n functionaris is natuurlijk wel een goed idee, want het is belangrijk dat, als die cultuurverandering, die openheid, die transparantie het uitgangspunt wordt, het bewustzijn binnen overheidsorganisaties ook verbetert. Maar ik vraag me af of het nodig is om nog meer te doen, dus boven op die contactpersoon die in het wetsvoorstel al wordt geregeld. Ik beschreef net al wat voor taken de contactpersoon heeft. Voor een deel is dat de openbaarheidsfunctionaris. Het wetsvoorstel heeft daar eigenlijk al uitvoering aan gegeven; het heeft er althans de grondslag al voor gelegd. Ik vind het feit dat die contactpersoon er is en dat die deze dienstverlenende rol vervult, gewoon door contact van mens tot mens, een grote meerwaarde van het voorstel. Dat helpt in die complexiteit waar Schalk en anderen ook aandacht voor vroegen.

Kamerstukken I 2021/22, nr. 1, item 11, p. 51-52 (Handelingen)