Selecteer een pagina

Artikel 4.3 Beslissing

1. De beslissing op een verzoek om informatie wordt mondeling of schriftelijk genomen.

2. Het bestuursorgaan besluit in ieder geval schriftelijk op een verzoek om informatie, indien:

a. het schriftelijke verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen;

b. de verzoeker bij gehele of gedeeltelijke afwijzing van het mondelinge verzoek verzoekt om een schriftelijk besluit;

c. de gevraagde informatie slechts wordt verstrekt aan de verzoeker overeenkomstig artikel 5.5, artikel 5.6, of artikel 5.7 en aan de verstrekking voorwaarden worden verbonden; of

d. de gevraagde informatie betrekking heeft op of afkomstig is van derden, tenzij deze hebben verklaard aan een schriftelijk besluit geen behoefte te hebben.

3. Bij de afwijzing van een mondeling verzoek, wordt de verzoeker gewezen op de mogelijkheid van een schriftelijk besluit.

Parlementaire behandeling

  • Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)
  • Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9)
  • Nota n.a.v. het verslag (33 328, nr. 12)
  • Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)
  • Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9)

Wetsvoorstel Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 8)

Artikel 4.3 Beslissing

  1. De beslissing op een verzoek om informatie wordt mondeling of schriftelijk genomen.
  2. Het bestuursorgaan besluit in ieder geval schriftelijk op een verzoek om informatie, indien:
  3. het schriftelijke verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen:
  4. de verzoeker bij gehele of gedeeltelijke afwijzing van het mondelinge verzoek verzoekt om een schriftelijk besluit;
  5. de gevraagde informatie slechts wordt verstrekt aan de verzoeker overeenkomstig de artikelen 5.5, tweede lid, 5.6, of 5.7, of
  6. de gevraagde informatie betrekking heeft op of afkomstig is van derden, tenzij deze hebben verklaard aan een schriftelijk besluit geen behoefte te hebben.
  7. Bij de afwijzing van een mondeling verzoek, wordt de verzoeker gewezen op de mogelijkheid van een schriftelijk besluit.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 8, p. 7 (VvW n.a.v. advies RvS)

Memorie van toelichting Woo n.a.v. advies RvS (33 328, nr. 9) – artikelsgewijze toelichting

Artikel 4.3 Beslissing

Inhoudelijk is deze bepaling identiek aan artikel 5 van de Wob. Het verschil is dat de derde, bedoeld in artikel 4.1, achtste lid, uitdrukkelijk in de gelegenheid wordt gesteld rechtsmiddelen aan te wenden, indien hij het met de verstrekking niet eens is. Indien het orgaan weet dat die bedenkingen bestaan, wordt de informatie pas twee weken na de bekendmaking van het besluit verstrekt, zodat de derde de gelegenheid heeft bij de rechtbank tegen de verstrekking een voorlopige voorziening te vragen. Tevens wordt bepaald dat verstrekkingen op grond van artikelen 5.5, 5.6 of 5.7 altijd schriftelijk geschieden, zodat duidelijk is dat de verstrekkingen op grond van die artikelen geen openbaarmaking betreffen waarop een ieder een beroep kan doen. Hieruit volgt overigens niet dat wanneer op grond van artikel 5.5 inzage is gegeven in het dossier van de verzoeker, zonder dat daaraan een schriftelijke beslissing vooraf is gegaan, het rechtsgevolg is dat het dossier van verzoeker openbaar is voor eenieder. De schriftelijke vastlegging is bovendien tevens noodzakelijk als aan de verstrekking voorwaarden worden verbonden.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 9, p. 78 (MvT n.a.v. advies RvS)

Nota n.a.v. het verslag (33 328, nr. 12)

Artikel 4.3 Beslissing

De leden van de fractie van de VVD constateerden terecht dat in de toelichting bij artikel 4.3 een verwijzing naar het niet bestaande artikel 4.1, achtste lid, is opgenomen. De inhoud van dat achtste lid is verplaatst naar artikel 4.4, zesde lid, waarbij is verzuimd de toelichting bij artikel 4.3 aan te passen. Waar «artikel 4.1, achtste lid,» staat moet dus «artikel 4.4, zesde lid,» worden gelezen.

Kamerstukken II 2013/14, 33 328, nr. 12, p. 45 (Nota n.a.v. verslag)

Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)

Artikel 4.3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. In onderdeel a wordt de dubbele punt vervangen door een puntkomma.
  2. In onderdeel c wordt «de artikelen 5.5, tweede lid, 5.6 of 5.7, of» vervangen door «artikel 5.5, artikel 5.6 of artikel 5.7 en aan de verstrekking voorwaarden worden verbonden; of».

Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 8, p. 7-8 (VvW novelle n.a.v. advies RvS)

Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9)

Onderdeel O (artikel 4.3 Woo)

De redactie van dit artikel wordt aangepast aan de thans geldende Aanwijzingen voor de regelgeving. Voorts wordt in het tweede lid de eis van een schriftelijk besluit bij een verzoek op grond van artikel 5.5. artikel 5.6 of artikel 5.7 beperkt tot die gevallen waarin aan de verstrekking van of de toegang tot de gevraagde informatie voorwaarden wordt verbonden.

Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 9, p. 44 (MvT novelle n.a.v. advies RvS)