1. Zolang artikel 3.3, tweede lid, onderdeel e, niet in werking is getreden, draagt de Afdeling advisering van de Raad van State zorg voor de openbaarmaking van:
a. adviezen van de Afdeling advisering, door Ons gevraagd;
b. adviezen als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Raad van State;
c. voorlichting in aangelegenheden van wetgeving en bestuur als bedoeld in artikel 21a van de Wet op de Raad van State.
2. Artikel 3.3 vierde lid, is van toepassing, tenzij Onze Minister die het rechtstreeks aangaat heeft verzocht om toepassing van artikel 3.3, vijfde lid, onderdeel a.
Parlementaire behandeling
- Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)
- Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9)
Wetsvoorstel novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 8)
Artikel 10.2b Overgangsrecht adviezen Raad van State
- Zolang artikel 3.3, tweede lid, onderdeel e, niet in werking is getreden, draagt de Afdeling advisering van de Raad van State zorg voor de openbaarmaking van:
- adviezen van de Afdeling advisering, door Ons gevraagd;
- adviezen als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Raad van State;
- voorlichting in aangelegenheden van wetgeving en bestuur als bedoeld in artikel 21a van de Wet op de Raad van State.
- Artikel 3.3 vierde lid, is van toepassing, tenzij Onze Minister die het rechtstreeks aangaat heeft verzocht om toepassing van artikel 3.3, vijfde lid, onderdeel a.
Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 8, p. 17 (VvW novelle n.a.v. advies RvS)
Memorie van Toelichting novelle Woo n.a.v. advies RvS (35 112, nr. 9) – artikelsgewijze toelichting
Artikelen 10.2b en 10.2d
In artikel 10.2b wordt een voorziening getroffen voor het geval artikel 26 Wet op de Raad van State (hierna: Wet RvS) komt te vervallen en artikel 3.3, tweede lid, onderdeel e, Woo later in werking treedt. De openbaarmaking van de adviezen en voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State kan dan niet langer op artikel 26 Wet RvS worden gebaseerd, maar ook nog niet op artikel 3.3 Woo. Ter overbrugging is in artikel 10.2b een voorziening getroffen waarin is bepaald dat de Afdeling zelf zorgdraagt voor de openbaarmaking (de Woo is immers van toepassing op de Afdeling op grond van artikel 2.2 Woo). De termijnen van artikel 3.3 Woo zijn van toepassing, waarbij wordt aangetekend dat de Afdeling nu al haar advies op de eigen website plaatst, zodra de Koning een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer zendt. Uitzondering vormt een geval als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, onderdeel a, Woo. In het recente verleden zou die laatste bepaling toepassing hebben kunnen vinden bij het wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius. De Minister dient om die toepassing te vragen.
In het voorstel van rijkswet houdende voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) wordt de regeling van artikel 26 Wet RvS van toepassing verklaard op de openbaarmaking van de oordelen van de Afdeling advisering inzake geschillen waarop bedoelde rijkswet van toepassing is. Bij nota van wijziging is in dat wetsvoorstel reeds een samenloopbepaling toegevoegd wegens het vervallen van artikel 26 Wet RvS.70 Indien de Rijkswet Koninkrijksgeschillen in werking is getreden voordat artikel 3.3, tweede lid, onderdeel e, in werking treedt, dient de openbaarmaking van de oordelen door de Afdeling advisering te worden toegevoegd aan artikel 10.2b. Dit regelt het voorgestelde artikel 10.2d.
Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 9, p. 64-65 (MvT novelle n.a.v. advies RvS)